Thomas Kopecky reed zich dit seizoen al een aantal keer in de kijker. Deze ochtend won hij nog de wedstrijd in het Deense Bogense. Afgelopen week spraken we hem over zijn roots en zijn stille ambities.
Kopecky won vandaag in Tsjechische plunje, toch is hij het Nederlands helemaal meester. “Ik ben echt een Nederlandse Tsjech, op mijn paspoort staat dat ik half Nederlands en half Tsjechisch ben. Omdat ik een dubbele nationaliteit heb, moest ik kiezen voor welke nationaliteit ik ging koersen. Zo koos ik voor de Tsjechische.”
Als kind was hij al volop bezig met zijn fiets. “Ik was als kind al aan het klooien met mijn fiets. Na schooltijd hield ik vaak wedstrijdjes met mijn broer, dan bouwde we een schans om over te rijden. Ik ben beginnen met crossen op mijn achtste.” Op de vraag wie zijn idool was, kwam hij wel met een zeer speciaal antwoord. “Mijn idool was toen mijn vader.”
Papa was onze inspiratie
“Hij reed wedstrijden en zo deden we heel wat inspiratie op. Het was ook hij die ons inschreef bij de wielerclub LRTV Swift.” Later dook Stybar op en werd hij hun idool. Als eerstejaars nieuweling viel Kopecky niet echt op in het veld. “Het was eerder een jaar waarin ik veel heb kunnen leren. Ik kon in België een paar keer proeven van het echte veldrijden.”
Als tweedejaars kwam hij veel meer in België rijden en dit zeker niet zonder succes. “Ik won zeven wedstrijden waaronder Ronse en de Koppenberg. Het was een geslaagd jaar, zeker omdat ik voorheen nooit echt een winnaar was. Ik leerde wat winnen was.” Dit seizoen kwam hij langzaam opgang maar loopt het steeds beter en beter.
Hopen op een Wk –podium
Hij werd dit jaar al tweede in Zonhoven, Ruddervoorde en op het Ek in Tabor. “Tot nu toe was de zilveren medaille van Tabor mijn hoogtepunt. Ook de leidersplaats in de Superprestige is heel mooi.” Vandaag liet hij zien dat hij over een goede conditie beschikt en won de wereldbeker in Bogense. Zo is hij ook gedeeld leider. Toch koestert hij een droom. “Ik zou graag op het Wk –podium geraken in januari. Liefst winnen natuurlijk”, sluit hij lachend af.
Foto’s – Wouter Toelen ■ TFoto