Jens Dekker is al wereldkampioen in het veldrijden bij de junioren en nu doet hij ook een gooi naar de regenboogtrui in het mountainbike. In het Tsjechische Nové Město staat hij net zoals Timo Kielich, vrijdagavond aan de start van het kampioenschap voor junioren.
Vanwaar de keuze om te mountainbiken deze zomer?
Ik heb eigenlijk altijd al een beetje aan mountainbiken gedaan in de zomer. Enkel vorig jaar niet vanwege een knieblessure. Dit jaar ben ik met iets meer internationale ambitie begonnen, maar heel veel is er eigenlijk niet veranderd.
Zeker de grote internationale wedstrijden zijn naar mijn idee een goede investering in techniek, één van mijn zwakke punten als veldrijder. Bovendien denk ik dat je erg sterk wordt van het mountainbiken.
Hoe kijk je terug op jou afgelopen mountainbikewedstrijden?
Het was de bedoeling om al in april een paar wedstrijden te rijden en via het EK naar het WK toe te werken, maar door een gekneusde hand lukte dit niet. Toen ben ik van een heel verre startplek moeten starten in Albstadt, daar reed ik een erg goede wedstrijd.
Ook Eupen was goed, maar de topvorm was er nog niet. In Heubach was ik te vermoeid na een intensieve trainingen van de weken voordien, maar er waren wel momenten dat ik goed was. Afgelopen weekend in Landgraaf was het jammer dat mijn ‘chainguard’ afbrak door de modder, daardoor verloor ik misschien wel de overwinning. Al bij al waren de benen goed, maar er zat altijd dus wel iets tegen.
Had je een selectie voor het wereldkampioenschap verwacht?
Na Albstadt heeft de bondscoach al tegen mij gezegd dat ik me mocht voorbereiden, ik moest alleen nog vormbehoud tonen en dat is volgens mij wel gelukt.
Met welk gevoel trek je nu naar het WK?
Ik heb veel vertrouwen, het is wat frustrerend dat er telkens wat tegen zat maar als alles goed gaat zit er heel veel in. De omloop ligt me onder normale omstandigheden ook wel.
Wat verwacht je van het WK? Heb je een bepaalde uitslag in gedachten?
Dat is lastig te zeggen. Aan de uitslagen is het niet te zien, maar bijvoorbeeld in Albstadt reed ik al bij de beste rondetijden in de laatste rondes en ik ben sindsdien veel verbeterd. Als ik in de start veel kan opschuiven zit er denk ik heel veel in maar of dat top 5, top 10, top 20 is kan ik echt niet zeggen. Dat zullen we vrijdag zien.
Wie zijn jou rechtstreekse concurrenten?
Dat hangt af van waar ik zal rijden, en dat is dus lastig te zeggen. Ook is er geen wereldwijde competitie meer, dus er is eigenlijk dit jaar nog geen wedstrijd geweest waar iedereen aan de start stond. Er kunnen dus zomaar verassingen zijn, ik hoop daar één van te zijn.
Foto – TSPC Photography
