Veel inkt moeten we niet verspillen om de topfavoriet voor het Wereldkampioenschap bij de junioren in Tabor te beschrijven. Krachtig en oppermachtig. Het seizoen van Eli Iserbyt kan al niet meer stuk, de wereldtitel zou enkel de verwachtte kers op de grote taart moeten zijn.
Mogen we de rest dan meteen afschrijven? Nee dat mogen we niet. De wedstrijd moet nog altijd gereden worden en pech zit in een klein hoekje. Achter Iserbyt zitten genoeg wolven om de titel weg te kapen op zo’n moment.
In Hoogerheide bewezen vooral Roel Van Der Stegen, Gage Hecht en Jappe Jaspers klaar te zijn voor de medailles. Er misten daar echt twee favorieten. Johan Jacobs keerde de ochtend van de wereldbeker ziek terug naar Zwitserland. Hij was de enige die in Namen Iserbyt dit seizoen kon kloppen. Het zal afwachten zijn welk effect de ziektekiemen gehad hebben op zijn voorbereiding voor het WK.
Nog afwezig was de Deen Simon Andereassen. Als wereldkampioen mountainbike en derde in Namen, kan hij voldoende papieren voorleggen voor het podium. Hij bereidde zich de afgelopen maand voor op zijn zomerseizoen en staat misschien het frist aan de start. Het wordt ongetwijfeld een harde en spannende strijd voor een plek op het podium.
De derde rij
Ook mannen uit de ‘derde lijn’ mogen we niet vergeten. Een wereldkampioenschap brengt altijd verrassingen. In Hoogerheide zagen we een sterk Frans en Italiaans blok met Emile Canal, Quentin Simon, Jakob Dorigoni en Stefano Sala. Ook zij kunnen wel eens meespelen.
De lage landen hebben nog enkele ijzers in het vuur. Zo bewees Jens Dekker al een enorm sterke inhaalwedstrijd te kunnen rijden. Zet daarnaast Jarne Driesen en Maik Van der Heijden. Max Gulickx mogen we ook niet vergeten. De laatste wereldbeker was niet de zijne, maar ook hij bewees al mee te kunnen doen voor de top vijf.