Maak kennis met de toekomst van het Britse veldrijden

Maak kennis met de toekomst van het Britse veldrijden

De toekomst van het Britse veldrijden ziet er rooskleurig uit. Bij de vrouwen spelen ze met Helen Wyman en Nikki Harris al langer mee, maar ook bij de junioren duiken er meer en meer namen op uit Groot-Brittannië. Drie Britse junioren koersten de voorbije dagen in België. 

Drie Britse junioren werkten de voorbije dagen de Belgische wedstrijden af. Alle drie zijn ze nog eerstejaars en alle drie deden ze  het naar behoren. Alle drie barsten ze ook van ambitie en alle drie komen ze naar België om hun veldritdroom waar te maken. Maak kennis met Tom Pidcock, Ben Turner en Daniel Tulett.

Tom Pidcock: “Volgend jaar focus ik mij op het veldrijden. Ik geloof dat ik wereldkampioen kan worden.”

Tom Pidcock is misschien wel de beste Britse junior van het moment. In Zolder werd hij 18de na een incidentrijke wedstrijd. “Ik heb weinig geluk gehad in Zolder”, vertelde de Brit na afloop. “Ik startte op de vijfde rij maar kon al snel opschuiven.”

“Ik kwam op plaats twintig terecht maar daarna kwam ik ten val. Ik was wat te ijverig en daardoor maakte ik domme fouten. Ik viel terug naar de vijftigste plaats en moest weer achtervolgen. Daarna kwam ik opnieuw ten val maar uiteindelijk reed ik terug naar plek achttien.”

Alles behalve een slecht resultaat. In Namen was Pidcock er nog niet omdat hij een stage afwerkte met de Britse federatie. “Ik verkoos de stage boven de wereldbeker in Namen. Ik moet zeggen dat ik er nog van moest recupereren. Ik kwam naar Zolder met het oog op het WK en om UCI-punten te pakken.”

Pidcock is misschien wel de beste Britse junior in het veld maar voorlopig  heeft het baan- en wegwielrennen de voorkeur. “Ik ga niet naar het nationale kampioenschap omdat ik in Alkmaar deelneem aan een internationale wedstrijd op de piste.”

“Vanaf volgend seizoen gaat de focus wel wat meer uit naar het veldrijden. Vooral naar het wereldkampioenschap, omdat ik dan tweedejaars ben. Ik denk dat ik zelfs wereldkampioen kan worden”, vertelt Pidcock ambitieus.

Ben Turner: “Volgend jaar wil ik op het podium staan in België”

Turner is de man die misschien wel als eerste volledig voor het veld zal kiezen. In Zolder ging het niet al te goed, met een 32ste plaats als finaal resultaat. “Het was een snelle omloop met heel wat technische stukken. Best wel een leuke omloop want ik heb ervan genoten.”

“Ik had wel wat hoger gemikt. Natuurlijk zegt de plaats niet alles want qua tijd zat ik maar een tiental seconden verwijderd van de top twintig. Een beter resultaat was mogelijk maar ik herstelde nog van een infectie aan de borst. Maar uiteindelijk ben ik wel tevreden met mijn wedstrijd.”

De volgende dag stond Diegem op het programma, daar liep het beter. “In Diegem voelde ik mij een stuk beter. Ik kon goed opschuiven en ik voelde mij beter en beter in de wedstrijd. Een zeventiende plaats is mooi meegenomen dan.”

Tot slot was er Loenhout alvorens weer huiswaarts te keren. Turner viel net buiten de top tien en was best wel ontgoocheld. “Ik miste de achtste plaats met amper één seconde. Na afloop was ik dan ook teleurgesteld. Achteraf weet ik wel dat ik een knappe wedstrijd afwerkte, maar toch, de top tien zou mooi zijn geweest om mijn Belgische trip af te sluiten.”

En toch zijn het resultaten waarmee je kan thuiskomen als buitenlander, vooral als eerstejaars. “Ik keer met een goed gevoel terug. Als je ziet dat ik voor tweedejaars junioren kan finishen die uitkomen voor een opleidingsteam, ja, dan geeft dat vertrouwen. Volgend jaar wil ik een podium in België.”

Nu gaat de focus richting de Britse kampioenschappen die dit jaar in Shrewsbury zullen plaatsvinden. Turner is één van de favorieten. “We zijn met vier à vijf aan elkaar gewaagd maar na onze Belgische trip hebben ik en Daniel Tulett wel een streepje voor. Of ik effectief kan winnen weet ik niet, maar het doel is er in ieder geval.”

Daniel Tulett: “Ik wil alle deuren open houden”

Daniel Tulett is dan weer de bekendste van de drie. Tulett is ‘The King of The Koppenberg’ nadat hij er vorig jaar won bij de nieuwelingen. Ook zijn Belgische trip begon in Zolder en dat met een 25ste positie als resultaat. “Ik ben tevreden over mijn wedstrijd.”

“Het was de eerste wedstrijd na mijn ziekte die ik trouwens opliep na de wereldbeker in Valkenburg. De week voor het Europese kampioenschap kampte ik met heel wat maagproblemen. Ik voelde mij heel zwak en bleef een tijdlang van de fiets.”

“In Zolder maakte ik mijn wederoptreden. Ik ben in eerste instantie blij dat ik weer aan koersen toe ben. Op deze wedstrijd moet ik nu verder bouwen.” Een dag later trok ook Tulett naar Diegem. “Ik had eigenlijk een slechte start en kon moeilijk opschuiven.”

Het beste resultaat kwam er in Loenhout met een negende plaats. “Daar ben ik heel blij mee maar ook hier moet ik op verder bouwen. De eerste belangrijke wedstrijd die er aankomt is het Britse kampioenschap.”

“Ik start er met een favorietenrol die ik deel met Ben Turner. De wedstrijden in België waren niet bedoeld als voorbereiding op het kampioenschap maar wel met het oog op het WK. Ik heb nog wat UCI-punten nodig om een betere startpositie te verzilveren.”

Ondanks de goede resultaten in het veld blijft ook Tulett meerdere disciplines combineren. Vorig jaar legde hij een voorstel van Enertherm-BKCP en Lares-Doltcini naast zich neer. “Ik heb gekozen voor het olympisch opleidingsprogramma van de Britse federatie voor het mountainbiken.”

“Die keuze maakte ik drie jaar geleden en daar wil ik nu niet van afstappen. Ik denk dat ik meer toekomst heb in het mountainbiken. Het veldrijden is ook niet zo populair bij ons. Voorlopig zie ik het veldrijden meer als pleziertje in de winter, al koers ik wel met de nodige dosis ambitie. Maar ik hou alle deuren open”, sluit hij af.