Luke Verburg, de rustige Nederlander van het Lares Doltcini team, kende een goede start als eerstejaars junior. Jammer genoeg is het geluk de laatste weken niet aan zijn zijde. Na de selectie voor het Ek hoopte hij het tij te doen keren. Jammer genoeg sloeg het noodlot zondag opnieuw toe.
De overstap van de nieuwelingen naar de junioren is toch een stapje, zo ondervond ook Luke Verburg. “Ik merk dat ik dit jaar toch weer een stukje harder kan rijden dan vorig jaar. Van bij de begin van het nieuwe seizoen voelde ik me meteen goed.” Na de eerste wedstrijden van het seizoen rolde ook meteen de eerst selectie voor de wereldbeker in Koksijde binnen. “Ik had mijn hoop op deze selectie gezet en had een klein vermoeden dat ik erbij zou zijn. Ik hield tijdens de eerste wedstrijden van het jaar steeds bij hoeveelste landgenoot ik werd.”
Wedstrijd na de rechte lijn al zo goed als over
Met veel motivatie stond Verburg op zondag 22 oktober aan de start in Koksijde. “We kwamen in de eerste bocht, de twee Franse renners voor me haakten in elkaar. Ik trok nog een soort van een wheelie maar toch sloeg ik los over hen heen.” Samen met de Fransen lag hij op het asfalt van de Koksijdense luchtmachtbasis. Al één van de laatsten begon hij aan de eerste zandstrook, toch wist hij als zeventiende te finishen.
De zaterdag erna stond hij aan de start van de wedstrijd in Rosmalen. Op het Ek –parcours van 2018 zouden ook de junioren hun wedstrijd afwerken. “Ik voelde me die dag echt goed en wou tonen wat ik in mijn mars had.” Maar helaas, ook daar liep het in de eerste bocht mis. “Boos? Ja ik was toen echt boos, zeker omdat ik ook aan deze valpartij niets kon doen. Gelukkig kon ik al snel de knop omdraaien en mijn woede omzetten in kracht.” Verburg reed de hele wedstrijd aan hetzelfde tempo als de kopgroep. Het gat dichten was dus geen optie, zevende was zijn plaats in de uitslag.
Eerste Ek op een omloop die hem ligt
“Op het EK vond ik eigenlijk een parcours dat me best goed lag, dus ik was ook super gemotiveerd. Waar ik zou eindigen? Geen idee. Als de start maar goed gaat en dat ik dan mijn eigen wedstrijd kan rijden, dacht ik.” Verburg zou zijn doel waar kunnen maken, hij nam bij de start geen enkel risico en dook zelfs niet in een gat. Het pak dook de eerste bocht in, tot. “Ja hoor, in de binnenbocht gaan ze onderuit en schuiven naar buiten.” Gelukkig kon hij snel remmen en zo stoppen zonder zelf te vallen.
“Oef, dacht ik. De achterliggende renners konden me jammer genoeg niet meer ontwijken en reden vol op me in. Voor ik het besefte lag ik weer tegen de grond. Ik zag het echt niet meer zitten, maar opgeven op mijn eerste Ek was zeker geen optie.” Ver achter op de rest vervolgde hij zijn weg. “Ik kon nog een dertigtal renners inhalen, maar was aan de meet toch heel erg teleurgesteld. Waarom altijd ik?”
Niet opgeven en doelen stellen
Drie weekenden vol pech, toch kan hij er kracht uitputten. “Na de wedstrijd kijk ik naar het aantal plaatsen dat ik nog goed kon maken. Dit geeft me kracht om verder te doen. Gelukkig zijn er altijd mensen die in me blijven geloven en me er steeds weer bovenop helpen.” Voor het vervolg van het seizoen heeft hij een aantal sterke doelen. “Mee doen voor een overwinning is één van mijn doelen. Ik hoop op een selectie voor de rest van de wereldbekers. Maar het WK in eigen land mogen betwisten staat toch wel op nummer één.”