Het was een blij weerzien met Luca Vreeswijk afgelopen weekend in Vorselaar. De Nederlandse tweedejaarsjunior stond zowat tien maanden aan de kant, maar maakte na heel wat blessureleed terug zijn opwachting in het veld.
Vreeswijk, uitkomende voor het Craft – Ten Tusscher Offroadteam behoorde tot de betere Nederlandse nieuwelingen. Aanvankelijk maakte hij zijn overstap naar de junioren nog aardig, maar toen liep het mis.
Je was tien maanden weg uit het veld. Wat was er eigenlijk aan de hand?
Het is iets dat al lang speelt. Toen ik tien jaar was heb ik een blessure opgelopen aan mijn heup. Ik mocht hem niet meer belasten en ben dan ook moeten stoppen met voetballen, tennissen … Ik heb zelfs drie jaar niet mogen meedoen aan de lessen lichamelijke opvoeding op school.
Toch belandde je op de fiets…
De dokter gaf me de keuze om te gaan zwemmen of wielrennen. Ik heb toen gekozen voor wielrennen en dat pakte goed uit. Ik heb nooit last gehad van mijn heup, tot vorig seizoen dus. De dokter dacht dat ik mijn heup te veel belast had. Ik was vorig seizoen ook begonnen met mountainbike en krachttraining. Dat in combinatie met wegwielrennen en veldrijden was gewoon te veel. Daarnaast was mijn fiets ook nog eens één maat te groot.
Ik kon vorig seizoen nooit optimaal presteren en dat begon al tijdens de wereldbeker in Valkenburg. Ik kon gewoon niet meer zo hard rijden en aanzetten als de jaren voordien. Nochtans had ik een goede voorbereiding van drie weken in het buitenland achter de rug. Ik ben na de Koppenberg direct gestopt en naar de dokter gegaan.
Vanaf dan begon de bouw aan de weg terug?
Ik heb van de Koppenberg tot in maart eigenlijk weinig tot niks gedaan. Ik was begonnen op de hometrainer met vijf minuten en elke dag kwam daar één minuut bij. Na die vijf maanden zo goed als stilzitten contacteerde Gerben De Knegt me.
Dat moet mentaal toch zwaar geweest zijn?
Ik ging soms mee met mijn broertje Noah, maar als ik dan de junioren zag rijden deed dat pijn. Toen de sportdokter vertelde dat topsport onmogelijk zou zijn met mijn heup heb ik getwijfeld of ik wel zou doorgaan. Op de weg rijden zou geen probleem zijn, maar dat interesseerde me niet. Ik heb mijn hart verloren in het veldrijden en wou dan ook maar één ding: veldrijden.
Dan kwam er gelukkig het telefoontje van Gerben De Knegt dat hij mij wou begeleiden. Ik wilde gewoon weer goed rijden zoals de jaren ervoor. Het ging eerst ook goed, dus dat moet nu ook kunnen dacht ik. Ik heb er toen alles aan gedaan om terug te keren. Als het niet was gelukt zou het jammer geweest zijn, maar dan had ik tenminste het gevoel dat ik er alles aan gedaan had.
De naam van Gerben De Knegt is al een paar keer gevallen. Hij heeft wel een erg belangrijke rol gespeeld in jouw comeback?
Absoluut. Hij heeft me begeleid richting dit veldritseizoen. We zijn rustig begonnen en stap voor stap terug opgebouwd. Ik ben toen ook in contact gekomen met Michiel Reijnders van CTO in Eindhoven. Mijn linkse heup en been was heel stijf. Sinds ik bij hem twee keer per week mijn krachttrainingen doe, gaat het de goede richting uit. Elke keer gaat het beter.
Nu, je hebt een eerste wedstrijd achter de rug. Hoe voelde het om terug te zijn?
Ongelofelijk goed. Ik wist voor de start ook dat ik er lichamelijk en mentaal klaar voor was. Al moest ik uiteraard achteraan starten. Ik denk dat ik heb laten zien dat ik weer vooraan mee kan rijden. Als je ziet dat ik van de laatste startplaats terugvecht naar plek acht, dan mag je dit wel een topprestatie noemen. Ik finishte maar op 37 seconden van de winnaar. Ik ben benieuwd wat ik kan bereiken als ik mee vooraan start.
Afsluitend. Wanneer ben je tevreden?
Als ik dit seizoen zonder last kan uitfietsen. Ik hoop dat het harde werk dat ik in de zomer verrichtte, zich uitbetaald in de winter. Terug vooraan meespelen voor de overwinningen is het ultieme doel.
Foto’s – Kristof Bruers & Wouter Toelen