Joannathan Duinkerke was vorige winter zeer actief in het veld. De Nederlander was een vaste waarde van de G-sportwedstrijden die in het voorprogramma van een aantal grote Antwerpse veldritten georganiseerd werden. Vorige week nam hij deel aan het wereldkampioenschap voor mensen met een beperking op de weg.

Dit wereldkampioenschap is een jaarlijkse organisatie voor G-sporters. “We hebben allemaal een handicap. Het WK bestond uit drie onderdelen net zoals bij de profs.” Duinkerke keek al een hele tijd uit naar deze wedstrijden. “Ik wist al sinds deze winter dat ik deel mocht nemen aan het WK.”

Hij liet niets aan het toeval over. “Een paar weken geleden trok ik naar Valkenburg voor een intensieve klimtraining. Twee jaar geleden mocht ik al eens op het WK en ik wou er zeker van zijn dat ik met een goede conditie aan de start zou verschijnen.”

Dat zijn conditie goed was bewees hij meteen in de duotijdrit. “We moesten vroeg uit de veren”, ging hij verder. “Om zeven uur zat ik al met mijn teamgenoot Davy Mertens aan de ontbijttafel, om vervolgens tegen de klok van tien uur warm te draaien op de rollen.”

Het duo zetten meteen alles op alles. “We klokten een tijd van veertien minuten en éénenveertig seconden. Niemand kwam nog aan onze tijd.” Het duo mocht dan ook de regenboogtrui over de oren trekken.

Naar een mooie ereplaats en een bronzen medaille

Duinkerke was al eens goed voor een tweede plaats op een WK en wou in de wegwedstrijd dat graag overdoen. “De wedstrijd was zestig kilometer lang, de eerste helft verliep rustig. Vanaf half koers ging het tempo de hoogte in.” Het regende aanvallen. “We waren in aantal misschien met het minste, maar daaro niet minder sterk.”

“Na een late uitval van een Franse renner moesten we nog vol aan de bak. Hierdoor vlakte mijn sprint af en reed ik als derde over de finish.” De laatste dag moest hij nog aan de bak in de individuele tijdrit. “Over tien kilometer werd ik vijfde. Een resultaat waar ik tevreden op terug kan kijken. Ik kan op het hele WK met een goed gevoel terugblikken. Een titel, wie had dat verwacht.”