De prestaties van de Belgen waren dit seizoen nog niet denderend op het hoogste wereldbekerniveau. De beste Belg was bijna elke keer Jarno Bellens en ook in Heusden-Zolder was dat niet anders. Na een verbeten strijd op en rond het Circuit van Zolder werd hij tweede.
Bellens streed zelfs tot in de laatste ronde mee voor de overwinning. “Ik heb zowat heel de wedstrijd op maximum vijf seconden van de leider Kopecky gehangen”, vertelde een dolgelukkige Bellens na de wedstrijd. “In de laatste technische passage reed hij zich elke ronde vast, waardoor ik kon aansluiten. Op de lange rechte lijnen deed hij me elke keer wel weer pijn. Daar was het zaak van steeds te volgen en misschien te gokken op een sprint.”
Die sprint kwam er niet. “Hij reed zo hard dat ik op het laatste volledig dood zat. Ik zag de achtervolgers ook steeds dichter komen. Niels Vandeputte en Loris Rouiller waren daar het tempo aan het maken. Dat zijn niet de minstens dus ik vreesde dat ze nog iets zouden kunnen forceren, maar ik was dolgelukkig dat ik het kon houden tot aan de finish.”
“Voor mijn supporters in Baal”
In Namen werd hij pas twaalfde. “Toen had ik een mindere dag, maar met het podium vandaag is dat helemaal vergeten. Het dichtste dat ik dit seizoen bij een wereldbekerpodium kwam was een vierde plek in Koksijde. De volgende wedstrijd is Diegem en op 1 januari in Baal. Dat is bijna een thuiscross en daar wil ik voor al mijn supporters schitteren”, besloot hij.