Jacobs weer genezen. Jaspers trekt enthousiast naar Tabor

Jacobs weer genezen. Jaspers trekt enthousiast naar Tabor

Lares-Doltcini heeft drie renners in de WK-selectie. De Zwitser Johan Jacobs is daar één van. Hij wordt gezien als één van de podiumkandidaten. Het is vooral de vraag: hoe goed is hij hersteld na zijn forfait voor de afsluitende wereldbeker in Tabor?

“In de nacht voor de cross in Hoogerheide werd ik plots ziek. Een hele nacht zat ik op de pot. Ik zag zo bleek ‘als een keirs’. Een hevige maar gelukkig niet te lange griepaanval”, vertelde Jacobs op de teamwebsite. “Maandag voelde ik me al iets beter, en sindsdien gaat het iedere dag een beetje beter. Hopelijk blijft dat zo evolueren tot zaterdag. Ik voelde hier in Tabor tijdens de eerste verkenning wel nog dat ik ziek ben geweest. Alsof ik niet wakker werd.”

Wie voor zaterdag de favoriet is, is duidelijk voor de Zwitserse kampioen. “Eli is de grote favoriet, dat moeten we niet onder stoelen of banken steken. Hem kloppen wordt moeilijk, want dit parcours ligt hem. Hij is dit seizoen nog maar één keer geklopt. Oké, dat was door mij, maar op een ander parcours (op de Citadel van Namen, red.). Al gaat het ook hier behoorlijk bergop. Ook mij ligt dit wel.”

Jacobs sprong donderdag tijdens de verkenning als enige over de balkjes. Bekijk de beelden hier.

Enthousiast

Voor eerstejaars Jappe Jaspers is het nog een seizoen te vroeg om een kans op de wereldtitel te maken. Een podiumplaats moet wel tot de mogelijkheden horen, al is de concurrentie groot. Jaspers bewees in het verleden al, tweede op het EK en BK, de kampioenschapsdruk aan te kunnen.

“Ik vertrek richting Tabor met een heel goed gevoel”, klonk Jappe Jaspers enthousiast. “Ik verwacht niets van mijn wereldkampioenschap, het is mijn eerste WK en ik ga mij daar amuseren en mezelf geen druk opleggen. Uiteraard ga ik wel mijn uiterste best doen.”

“Uiteraard is Eli Iserbyt mijn allergrootste concurrent … als je dat een concurrent kan noemen. Hij is gewoon de favoriet nummer één. Achter hem verwacht ik ook Gage Hecht, Max Gulickx, Jens Dekker en Johan Jacobs.”