Helen Wyman gepikeerd: “Aan de startlijn zijn we allemaal gelijk”

Helen Wyman gepikeerd: “Aan de startlijn zijn we allemaal gelijk”

De discussies over de verschillen tussen dames met en zonder profcontract lopen de laatste dagen weer flink op. ‘Sanne Cant geniet een luxeprofbestaan’, verscheen zelfs in de media. Iets wat niet bij iedereen in goede aarde viel. Helen Wyman reageerde stevig en in het Nederlands na afloop van de Druivencross voor de camera van Sporza.

Helen Wyman haalde gisteren bij Sporza uit naar de Belgische media over de discussies over dames met en zonder profcontract. “Ik wilde gisteren een statement maken. Ik heb het in het Nederlands gedaan, maar via deze weg ik wil ik het verhaal nog is doen”, vertelt Wyman op haar website.

“Aan de startlijn zijn we allemaal hetzelfde”

Wij hebben allemaal keuzes gemaakt, en elke keuze draagt wel risico’s met zich mee. De eerste keuze die je maakt is om aan de startlijn te verschijnen. En het is en blijft anders of je aan de start staat als prof, of als iemand die buiten de cross nog werkt.

Tien jaar geleden won ik mijn eerste UCI-cross. Op dat moment werkte ik 45 uur per week als fysiotherapeute. Ik stond om vijf uur op om nog een drie uur durende training af te werken vooraleer ik ging werken.  Ik werkte negen uur lang waarna ik in de regen, koude en donker naar huis moest. Allemaal factoren waardoor ik veel respect heb voor de dames die het crossen combineren met een job.

Er zijn genoeg dagen geweest dat ik zonder ontbijt de dag volmaakte. Terwijl een patiënt stabilisatieoefeningen afwerkte kon ik soms eens snel een hapje eten. Er is nooit evenwicht geweest en het was steeds een moeilijke combinatie. Maar het was mijn eigen keuze.

Ik wilde fysiotherapeute zijn, maar ik wilde ook hard trainen en ik wilde fietsen. Het was mijn eigen keuze en ik kan zeggen dat ik daar heel fier over was. Ik weet nog hoe er een dag was dat ik een hele dag werkte, en de volgende dag de Waalse pijl afwerkte. Na de wedstrijd keerde ik meteen terug om de volgende dag weer aan de slag te gaan. Hetzelfde gold voor de Ronde van Vlaanderen. Ik deed het allemaal. Ik gebruikte al mijn vakanties op en daarna nam ik onbetaald verlof.

Na twee jaar van alles te combineren is er een grote verandering in mijn leven gekomen. Ik bleef wedstrijden winnen en ik besloot om de risicovolle keuze te maken om mijn job op te geven en te zien hoe ver ik zou geraken in mijn droom om ooit aan de top van het vrouwenveldrijden te komen. Kanttekening: in 2004 stond het vrouwenveldrijden nergens.

Er was geen geld mee te verdienen. Er waren slechts een paar wedstrijden waar prijzengeld aan verbonden was, al waren die wedstrijden zeldzaam. Laat staan dat er startgeld was. Totaal verschillend met nu. Ik heb het risico genomen maar ik was mij ervan bewust dat ik een leven zonder inkomen maar een paar jaar zou kunnen volhouden.

Ik had een vast inkomen, ik had een eigen huis, ik ging op vakantie wanneer ik wou. Ik had het goed. Maar dat veranderde allemaal. Ik heb het zelf opgegeven. Ik huurde nu een kamer in een gemeenschappelijk huis en moest leven van één creditcard. Alles behalve evident.

Met datgene wat ik verdiende door te winnen kon ik soms een deel van mijn onkosten betalen, een deel. Je leeft elke week met een budget wat niet overschreden mag worden. Ik denk dat iedereen wel begrijpt dat dit alles behalve goed voelde. Maar ik heb zelf die keuze gemaakt, ik kende de risico’s.

Nu is het gelukkiger terug wat comfortabeler. Ik heb terug mijn eigen huis en met fierheid kan ik zeggen dat het veldrijden mijn job is, mijn carrière, al is het moeilijk om dat uit te leggen aan mij kapper. Ik ben nu bijzonder blij dat ik deze stap heb genomen maar het had ook anders kunnen uitdraaien.

De sport is ook bijzonder geëvolueerd. De wedstrijden komen live op TV, we hebben startgeld en elke week is er een damescross die meetelt bij de UCI. Er is een damesbelofte categorie bijgekomen en we zijn op de goede weg naar een gelijkheid in prijzengeld. Ik heb nooit gedacht dat dat ooit zou gebeuren.

De keuze om er vol voor te gaan is nog steeds moeilijk voor vrouwen, zeker niet makkelijker dan tien jaar geleden. Maar nu zijn er wel meer stimulansen en toch ook wat zekerheden. Het financiële risico is in ieder geval gedaald al moet je natuurlijk de nodige prestaties leveren zodat je profstatuut niet verloren gaat. Je staat constant onder druk.

Ik wil benadrukken dat ik respect heb voor zij die toch nog werken. Maar ik heb ook heel veel respect voor diegenen die ooit de keuze hebben gemaakt om hun dromen waar te maken en daarvoor alles hebben opgegeven. En de dames die die keuze hebben gemaakt, waaronder ik ook, kunnen in de cross niet verdienen wat ze met een vaste job zouden verdienen.

Er is geen gelegenheid om die keuze te maken: je doet het of je doet het niet. Ik durf gerust te zeggen dat je ook wel wat kan verdienen en dat je comfortabel kunt leven. Neem Sanne Cant, ze zal later haar carrière beindigen als een jonge dame die het goed heeft. Maar daar heeft ze een groot risico voor moeten nemen. Ze heeft daar hard voor gewerkt.

We moeten rensters niet beoordelen op hun bezittingen maar wel op de prestaties die ze leveren. Ik heb de keuze gemaakt om alles op te geven in functie van de cross, maar zij hebben ook de keuze gemaakt om te blijven werken. Aan de start zijn we dus allemaal gelijk.

Lees hier het oorspronkelijke bericht