Eli Iserbyt topfavoriet: “Elke wedstrijd moet gereden worden”

Eli Iserbyt topfavoriet: “Elke wedstrijd moet gereden worden”

Young Telenet-Fidea zal dit weekend hoogstwaarschijnlijk het aantal junioren wereldtitel op twee brengen. Waar het vorig jaar nog een verrassing was met Thijs Aerts, is nu de kans meer dan reëel  dat Eli Iserbyt de wereldtitel verovert.

“Logisch gezien ben ik inderdaad de topfavoriet. Ik ga niet onnozel doen en zeggen dat dat niet waar is. Ik heb nu eenmaal maar één cross niet gewonnen, maar er kan vanalles gebeuren”, blijft Eli Iserbyt toch voorzichtig.

Verpulveren, dat is wat Iserbyt al heel het seizoen met de concurrentie doet. “Maar elke wedstrijd moet gereden worden. Ze zeggen dat altijd, maar dat is ook zo. Ook ik kan zwaar vallen of veel pech hebben. Zoiets sluit je nooit uit. In die context wil ik toch overeind blijven. Ik heb een hele reeks scenario’s in mijn hoofd. Ik wil verrassingen uitsluiten. Ik wil op alles voorbereid zijn. De concentratie laat ik daarom niet verslappen. Het is nu erg belangrijk van gefocust te blijven.”

Een zekerheid die onze Europese kampioen in elk geval heeft, is dat zijn conditie prima is. In Hoogerheide zondag stak hij er kilometersver bovenuit.  “Mijn conditie is inderdaad goed. Daarom dat ik me het koersverloop van het WK in geen geval ga laten opdringen. Ik wil van bij de start enkel naar mezelf kijken en mijn eigen ding doen. Ik ga van niemand bang zijn. Ik laat me door niemand intimideren”, glimlachte Iserbyt.

“Klein gaatje is voldoende”

De laatste dagen voor het WK doet Eli het rustig aan. “Het zal erg belangrijk zijn van fris aan de start te komen.  Ik verwacht wel een WK met een hoge intensiteit. Omdat het parcours behoorlijk snel is, zal het sowieso langer samenblijven. Het zal er daarom op aan komen van goed te starten, dan is wat volgt ook in orde. Dat weet ik ondertussen uit ervaring. Stress voel ik evenwel niet. Ik kan die goed aan. Gelukkig maar, want stress pakt energie weg. Hoe meer druk je hebt, hoe minder energie er overblijft”, beseft hij.

“Als ik een gaatje zal hebben, weet ik dat ik het kan volhouden. Daar ben ik niet bang voor. Voor het overige komt het erop aan van geen foutjes te maken.” Toch houdt hij iedereen goed in het oog. “De concurrentie is groot. Na de laatste wereldbeker afgelopen weekend zie ik veel renners op weinig seconden van elkaar. Die wedstrijd zegt veel over wie in conditie is en wie minder is. Een week verandert nauwelijks iets aan de conditie dus ik hou met al die renners rekening.”