Ceylin Alvarado groeide de laatste jaren stap je voor stapje. Vorig weekend liet de Nederlandse zien wat er in haar tank zit. Zowel in Meulebeke als in Ronse reed ze sterke wedstrijden. Na dit mooie weekend, wat misschien nog mooier had kunnen zijn, blikken we terug naar de afgelopen maanden. Ook kijken we al eens vooruit naar de rest van het seizoen.
Alvarado koos in de zomer resoluut voor een voorbereiding op het veldritseizoen. Jammer genoeg verliep deze voorbereiding niet zoals verwacht. “In het begin van het seizoen zat ik al in een valpartij. Het koste heel wat tijd om daarvan hersteld te geraken. De wedstrijden liepen niet zoals verwacht.” Als klap op de vuurpijl kende ze even later weer een probleem. “Ik kende nog een terugval van ruim een maand door een knieblessure. Het was toen even afwachten of ik überhaupt in september of oktober aan veldrijden kon doen.” Ze puzzelde samen met haar trainer een schema in elkaar en dat wierp zijn vruchten af.
Groeien, groeien, groeien
Ze begon aan haar seizoen in China, daar werkt ze twee veldritten af. Jammer genoeg bleef ze daar niet gespaard van de nodige pech. Terug in Europa groeide ze week na week verder. Tot ze afgelopen zaterdag in Meulebeke meteen van de start mee aan de kop van de wedstrijd zat. “Ik voelde me er echt sterk, ik kon er vrij vlot volgen. Mijn ketting geraakte van het tandwiel en zo miste ik de aansluiting met de top drie. Ook mijn schoen klikte niet altijd even vlot in mijn pedaal. Zo moest ik na het opstappen telkens een gaatje laten. Het leek of ik de versnellingen niet aankon, maar dat was helemaal niet zo.”
Ondanks de problemen streed ze dapper verder. Ze zou als zesde, op net geen veertig seconden van winnares Sanne Cant, over de meet rijden. “Na de wedstrijd baalde ik enorm, er had zoveel meer in kunnen zitten. Als ik vrij gebleven was van de pech dan had ik, naar mijn gevoel, een grotere rol kunnen spelen.” Op zondag stond er de wedstrijd op en rond de Hotond in Ronse op het programma. Naast Cant kreeg ook Alvarado te kampen met buikgriep.
“Ik had last van buikgriep en ook erg last aan mijn rug. We hebben alles goed behandeld en hoopten op een goede wedstrijd. Het was zien waar het schip zou stranden.” Ze startte goed en reed een degelijke eerste wedstrijdhelft. “Ik kon constant een goed tempo rijden en heb getracht dit zo lang als mogelijk aan te houden. Ik dacht enkel maar aan gaan, gaan, gaan. Zo kon ik De Boer en Van Loy voorblijven.
”In de laatste ronde kende ze een kleine terugval. “De last aan mijn rug stak weer de kop op en zo moest ik de twee dames weer voor laten gaan. De wedstrijd mocht geen ronde langer duren. Maar ik was heel blij want niemand had deze prestatie verwacht.” Ze reed als negende over de meet.
Constant blijven van het begin tot het einde
Op de vraag of ze doelen stelde voor dit seizoen waren haar antwoorden zeer duidelijk. “Ik wil een constant seizoen rijden en dit van het begin tot het einde. Vorig jaar zakte ik op het einde wat terug. Nu wil ik mijn lijn het hele seizoen doortrekken.” Verder stelt ze nog twee doelen. “Ook het EK en het WK zijn echte doelen. Ik weet waar ik nu sta en wat ik kan. Ik ambieer toch zeker een plaatsje op het podium.”
Foto’s met dank aan Tfoto.be