Alice Maria Arzuffi is zowat de rijzende ster in het vrouwen veldrijden. De tweeëntwintigjarige Italiaanse maakte dit seizoen een hele opmars in veldritland. Een opmars met een derde plaats is de Wereldbeker van Zeven als voorlopige kroon.
Alice Maria Arzuffi stond bij de dames U23 drie keer op het podium van het Europees kampioenschap veldrijden. Tweemaal werd ze derde en vorig jaar reed ze naar de tweede plaats. In het Duitse Zeven liet ze dit seizoen voor het eerst zien wat ze in haar mars had. Ze finishte derde en dit achter winnares Sanne Cant en Katie Compton.
“In Zeven reed ik naar mijn beste resultaat van mijn carrière tot nu toe. Toen ik over de finish kwam kon ik niet geloven dat ik derde geworden was. Het was gewoon geweldig.” Niet alleen over Zeven was ze zeer tevreden. “Ook na de wedstrijd in Namen was ik zeer blij. Ik dacht altijd dat Namen te zwaar voor me zou zijn.” Toch werd ze er vierde.
Goede basis gelegd in de zomermaanden
Voor elke veldrijdster begint het leggen van een goede basis in de zomermaanden. Arzuffi die ook actief is op de weg, deed naar eigen zeggen niet veel anders dan de afgelopen seizoenen. “Ik denk dat ik tijdens vorige zomer, op de weg, meer hoogtemeters gaan heb dan de afgelopen jaren. Door mijn ploeg Lensworld – Zanatta heb ik deel kunnen nemen aan wedstrijden met een hoger niveau.”
“Normaal gezien startte mijn seizoen telkens in maart en eindigde het aan het begin van september.” Afgelopen zomer bouwde ze wat meer rust in. “Het wegseizoen van 2016 ben ik wat later begonnen. Ik nam eerst uitgebreid rust. Dit heeft ervoor gezorgd dat ik niet zo uitgeput was op het einde van het seizoen. Ik deed alles meer gebalanceerd.” Deze aanpak legde haar zeker geen windeieren.
Heel blij met het seizoen tot dusver met hopelijk een mooie afsluiter
Naar een seizoen zoals het deze keek ze al lang uit. “Ik reed zes jaar geleden mijn eerste wereldbekerwedstrijd en dit als junior dame. Ik droomde er toen van om een niveau te halen zoals ik er nu één gehaald heb.” De belangrijkste veldrit maand komt met rasse schreden dichter. “Ik droom nog van de nationale trui, het zou echt geweldig zijn mocht ik deze kunnen dragen. Ik wil met een goede conditie aan het nieuwe jaar beginnen.”