Het moet van tijdens de tweede wereldoorlog geleden zijn dat er zo hard werd gestreden voor de overwinning als vandaag. Zowel bij de nieuwelingen, als junioren werd de slag om het Fort van Kessel pas beslecht in de allerlaatste rechte lijn.
Een massa renners en een mooie omloop vormden vandaag het perfecte recept voor een boeiende veldritdag. Met een deelnemersveld van net geen negentig renners was het drummen geblazen in de start.
Na een halve ronde was het kaf al van het koren gescheiden. “Ik kwam op kop en een paar bochten later zat ploegmaat Jetze van Campenhout al in mijn wiel en reden we vrij gemakkelijk weg van de tegenstand”, vertelde Thibau Nys.
Het duo dulden geen tegenstand. Enkel hun ploegmaat Ward Hubys probeerde nog de kloof te dichten. “Hij had echter al te veel krachten gestoken om vooraan te komen”, ging Nys verder. “We gingen de laatste ronde dus met twee in.”
“Ik wist dat ik gewoon als eerste aan de laatste lussen moest beginnen, omdat Jetze een ongelofelijke bochtentechniek heeft. En dat lukte. Ik zette vol aan en hij kon er niet meer over komen.” Met Ward Hubys op drie was het volledige podium bezet door jongens van het AA Drinks Jongerenteam.
Verrassende Jarno
Ook bij de junioren kregen we een soortgelijk scenario. Daar waren het vier in plaats van twee renners die al vroeg wisten weg te rijden. Luke Verburg, Len Dejonghe, Jarno Bellens en Maarten Clauwaert scheiden zich meteen af van de rest.
“We zijn tot de laatste ronde met zijn vieren samengebleven” deed Bellens, zaterdag al tweede, zijn verhaal. “Alleen in de laatste ronde wist ik dat ik als eerste de laatste bochten moest in gaan. Ik liet mezelf een beetje ringeloren en Len nam naast het water de leiding. In de laatste bocht ben ik hem nog kunnen passeren en dit heb ik kunnen volhouden tot aan de streep.”
Len Dejonghe werd nog knap tweede voor Luke Verbug en Maarten Clauwaert die in de finale de rol beiden hadden moeten lossen.