IKO-Beobank herbront, Callant-Doltcini zet lijn verder

IKO-Beobank herbront, Callant-Doltcini zet lijn verder

Met het wegvallen van Young Telenet-Fidea telt het veldrijden nog maar twee opleidingsteams die rechtstreeks en alleen verbonden zijn aan een groot veldritteam. Voor één van de twee, IKO-Beobank, zal er na dit seizoen veel veranderen.

Vijf jongens moeten aan het einde van dit seizoen het jeugdteam van de gebroeders Roodhooft verlaten. Niet omwille van besparingen. “Nee inderdaad, we willen gewoon terug naar het originele concept en dat is focussen op nieuwelingen en junioren”, dat liet manager Philip Roodhooft optekenen op Veldritkrant.be

Tweedejaarsjunioren Arno Van Den Broeck, Len Dejonghe en Jasper Van Den Plas en beloften Jarne De Meyer en Victor Vandebosch ontvingen afgelopen maand hun ontslagbrief. “Ze mogen allemaal blijven tot het einde van dit seizoen, maar om juridisch in orde te zijn, konden we niet anders dan hen een schrijven te sturen voor 1 november. Anders moesten we sowieso nog een jaar langer wachten.”

De opleidingsploeg stopt dus niet, maar het team heeft besloten om zich te herbronnen. Er is is zelfs een uitgebreidere samenwerking met WAC Hoboken op til. Als één van de jongens die nu zijn ontslag kreeg nog positief weet te verrassen, mag hij misschien toch blijven. “De deur is nog niet volledig dicht”, besloot Roodhoofdt

Callant-Doltcini geeft vertrouwen

Amper 24 uur na het bekend raken van het nieuws over IKO-Beobank, komt manager Jurgen Mettepenningen met geruststellende woorden voor de jongens in zijn opleidingsploeg, die vanaf 1 januari door het leven gaat als Callant-Doltcini.

“We zijn bezig aan een heel goed seizoen, waarin we al bijna iedere cross hebben meegedaan voor winst. Al onze renners krijgen nog een jaar langer ons vertrouwen”, aldus manager Jurgen Mettepenningen, die achttien jongeren de kans geeft om hun talenten verder te ontplooien in de opleidingsclub.

Onder die achttien vanaf 1 januari drie nieuwe namen. Nieuweling Jetze Van Campenhout, laatstejaarsaspirant Niels Ceulemans en tweedejaarsaspirant Yordi Corsus.

Foto – Wouter Toelen ■ TFoto