Jonas Smet, 16 jaar en wonend te Hamme duikt dit seizoen als eerstejaarsjunior het veld in. Maar voor hij de liefde voor de fiets te pakken kreeg, was hij nog actief op enkele andere terreinen. Zo dook  hij na atletiek, tennis en judo pas in 2011 het veld in. De allertofste sport die hij tot op de dag van vandaag nog steeds beoefend.

Dat de wielergenen aanwezig zijn bij Smet is niet verwonderelijk, zo koerste zijn papa ook altijd al. “Mijn papa reed vroeger ook al wedstrijden”, begon Jonas Smet zijn verhaal. “Hij deed overigens ook aan cyclocross totdat ik bij de nieuwelingen begon te fietsen. Hij vond het namelijk ook belangrijk dat ik eerste andere sporten leerde kennen. Zo kwam ik via een vriend terecht in de atletiek.”

“Hier was lopen mijn sterkste discipline  maar ook bij tennis wist ik mij uit de slag te trekken. Met tennissen begon ik doordat ik werd meegezogen door de hype van Kim Clijsters. Maar na twee jaar begon ik samen met mijn zus te trainen bij de judo.” 

“Mede doordat mijn mijn mama dit vroeger ook nog deed en dat het goed was voor mijn algemene ontwikkeling. Enkel de wedstrijden vond ik een beetje saai, je kwam er namelijk niet vaak aan de beurt. Ik was er nochtans goed in, maar ook niet te zeggen van ‘wauw’. Ik had namelijk de oranje gordel en mocht zelfs bijna gaan voor eentje hoger.”

“Niets toffer dan de fiets”

Maar ook met judo stopte Smet, daarna begon hij met mountainbiken. Deze microbe kreeg hij te pakken, waarna hij samen met zijn papa altijd mee de parcoursverkenning afwerkte. Op twaalfjarige leeftijd begon hij bij het Rudyco Cycling Team.

“Eerst reed ik enkele dikke banden races in Nederland. Toen ik twaalf jaar werd, sloot ik mij aan bij het Rudyco Cycling Team uit Hamme, waar ik reed tot ik vorig jaar de overstap maakte naar Enertherm-BKCP. Ik ben zeer blij dat ik vele sporten heb mogen beoefenen, maar ik vind het crossen toch nog altijd het tofste”, besloot Smet die gemotiveerd is om er een mooie winter van te maken